Wereld leerlingen en studenten
Het veelal onbewust en ongewild in stand houden van in de samenleving bestaande ongelijke structuren door het (opleidings)onderwijs, wordt onder meer zichtbaar in het niet of nauwelijks waarderen en betrekken van de wereld van de leerlingen en studenten in het opleidingsonderwijs (Moll, Amanti, Neff, & Gonzalez, 1992).
Zeker wanneer de kennis en ervaringen die leerlingen en studenten thuis en binnen hun eigen gemeenschappen opdoen (in de literatuur wordt dit aangeduid met funds of knowlegde) niet alleen onbekend maar ook ongewoon zijn voor de leraar of opleider, wordt met het niet betrekken van deze kennis en ervaringen indirect het signaal afgegeven dat deze kennis en ervaringen van buiten de school niet van waarde zouden zijn, hetgeen een deficit perspectief in de hand werkt.
Positief geformuleerd: met het waarderen en betrekken van de kennisbronnen waar de leerlingen en hun ouders dan wel studenten mee de klas inkomen (ook wanneer deze door de leraar of opleider vanuit het eigen cultureel referentiekader beschouwd worden als ‘vreemd’ en ‘anders’), verwerp je als leraar of opleider vooroordelen en stereotypen en laat je zien dat je er vanuit gaat je leerlingen en studenten competent zijn en beschikken over kennis en vaardigheden die ze in hun eigen gemeenschappen hebben opgedaan en ontwikkeld (Hogg & Volman, 2020). Het kan er aan bijdragen dat leerlingen en studenten zich meer thuis voelen binnen het (opleidings)onderwijs; dat ze elkaar beter leren kennen; en dat ze een breder perspectief op de wereld ontwikkelen.