Hoe kan ik een les openen?

  1. Tellen als een rijk probleem: De leerkracht introduceert de telactiviteit met een foto van een glazen vaas gevuld met paaseitjes, wat direct reacties oproept bij haar leerlingen uit groep 3-4 (video 1).
  2. Kijklijnen: De leerkracht start met een korte activiteit om haar groep 6 het begrip ‘kijklijnen’ te laten verkennen (video 1). Vervolgens legt ze, met behulp van een leerling, de vervolgopdracht uit (video 2).
  3. De breukenstroken van de bakker: De leerkracht uit groep 7 begint de les met het verhaal van een bakker die een banketstaaf in gelijke stukken moet snijden. Dit verhaal zet verschillende leerlingen spontaan aan het denken over het maken van meetstroken (video 1).
  4. Delen met rest: Na een korte introductie vraagt de leerkracht haar leerlingen uit groep 8 om de opdrachten eerst zelfstandig en zonder onderling overleg te maken (video 1).
Bij deze videofragmenten kun je de volgende kijkvragen gebruiken:
  • Welke voorkennis wordt zichtbaar tijdens de opening van de les?
  • Wat doet de leerkracht om de context levend te maken en te houden?
  • Wat zie je op het gebied van het mathematiseren (van context naar som en weer terug)?
  • Wat doet de leerkracht om ervoor te zorgen dat de kinderen zich kunnen inleven in het probleem en het ook echt als een probleem gaan ervaren?
  • Wat doet de leerkracht om ervoor te zorgen dat de leerlingen aan de slag kunnen?
  • Welke verwachtingen bespreekt de leerkracht ten aanzien van de werkwijze, omgaan met elkaar, overleg, enzovoorts.
  • Welke overwegingen zou de leerkracht gemaakt kunnen hebben bij de manier waarop het probleem wordt geïntroduceerd?
  • Uit welke reacties kun je opmaken dat de leerlingen begrijpen wat ze moeten gaan doen?