Hoe stimuleer ik dat leerlingen hun wiskundige kennis en vaardigheden flexibel leren gebruiken?
- De schoenen van de koning: De leerlingen uit groep 3 gebruiken hun kennis van de relatie tussen getallen zoals 10 en 5 om te beredeneren wat de lengte van 5 schoenen is wanneer ze weten hoe lang 10 schoenen zijn. Ze passen deze basisrelaties ook toe om over andere lengtes na te denken (video 1).
- Een winkel vol: De leerkracht nodigt leerlingen uit groep 4 uit om speciale sommen in de praatplaat te vinden, waarbij ze lange optellingen en vermenigvuldigingen met elkaar verbinden (video 1).
- Schatten of het klopt: Twee leerkrachten uit groep 7 laten hun leerlingen nadenken over hoe ze de deling 2086:48 schattend kunnen uitrekenen en wat de betekenis van de uitkomst is.
- Naar verhouding de beste: De leerlingen gebruiken verschillende wiskundige benaderingen zoals verhoudingen, percentages en breuken om de verhouding tussen treffers en missers te berekenen. De leerkracht benadrukt deze verschillende benaderingen op het digibord (video 2 en 3).
Bij deze videofragmenten kun je de volgende kijkvragen gebruiken:
- Welke getalrelaties of andere wiskundige verbindingen zie je de leerlingen maken?
- Hoe moedigt de leerkracht leerlingen aan om wiskundige verbanden die ze maken expliciet te verwoorden?
- Hoe ondersteunt de leerkracht de leerlingen om de wiskundige ideeën die ontstaan, te koppelen aan zaken die ze al eerder hebben geleerd?
- Hoe ondersteunt de leerkracht de leerlingen om de wiskundige ideeën die ontstaan, te koppelen aan situaties uit het alledaagse leven of aan andere schoolvakken?